Eigenzinnig en zelfstandig
De Rhodesian Ridgeback
De Rhodesian Ridgeback werd in 1924 erkend door de Kennel Union of South Africa (KUSA). Het kenmerk van het ras is de "ridge", die de Rhodesian Ridgeback heeft geërfd van de honden die destijds bij de Hottentotten leefden. De Rhodesian Ridgeback wordt beschreven als de perfecte hond voor de drijfjacht, door zijn moed en uithoudingsvermogen. De jacht die hierbij wordt beschreven is het jagen waarbij de Rhodesian Ridgeback wordt gebruikt in Zuid-Afrika. De vriendelijkheid en gehoorzaamheid van de Ridgeback is veel groter dan die van de meeste lopende jachthonden die voor de jacht gebruikt worden. In Afrika werd dit ras gebruikt voor de jacht op leeuwen en antilope.
De Rhodesian Ridgeback werd ook wel genoemd: Leeuwhond, Rifrug, Kamrug en Steekbaard. De befaamde jager op groot wild, Cornelis van Rooijen, is de grondlegger van het ras. Het ras dankt zijn naam aan de ridge: de ridge wordt gevormd door een streep in tegengestelde richting groeiend haar, midden over de rug. Aan de voorzijde bevindt zich de "box" , die net achter de schoudertoppen begint en symmetrisch van vorm is.